parallax background

De Domtoren als experiment

<
 

Thomas van den Brink

Feitenonderzoek en verbeelding ontmoeten elkaar

Gezien haar prominente aanwezigheid in de Utrechtse skyline en de grote continuïteit die zij vertegenwoordigt in de geschiedenis van de stad zal het niemand verbazen dat de Domtoren al eeuwen tot de verbeelding spreekt. De makers van De Utrechtse Domtoren hebben dan ook behalve een uitgebreide bouwhistorische beschrijving en een analyse veel aandacht besteed aan de visuele weergave van dit monument door de eeuwen heen. Het resultaat is een schitterend vormgegeven boek met 544 pagina’s, rijk gelardeerd met uiteenlopende afbeeldingen van deze Utrechtse toren.

De opgenomen afbeeldingen tonen wat betreft type een grote diversiteit: het gaat om schetsen, schilderijen, foto’s (zowel in zwart-wit als in kleur), gravures en (technische) tekeningen. De auteurs hebben veel werk verzet in het naspeuren van al deze beeltenissen: ze zochten ze op in collecties, archieven, musea en kerken. Ook de makers van de bronnen lopen sterk uiteen: het gaat om bouwers, wetenschappers, beheerders, restaurateurs, burgers en kunstenaars. En vrijwel alle afbeeldingen zijn, ondanks de pluriformiteit, direct herkenbaar: dit is de Domtoren van Utrecht. Het is dan ook niet overdreven om van een heus stads-symbool te spreken. Een symbool dat haar herkenbaarheid grotendeels dankt aan de gelijkenis tussen genoemde afbeeldingen-typen. (zie bijgevoegde afbeeldingen voor een zeer bescheiden selectie).

Daarnaast is het boek bijzonder door de vele 3D-reconstructies die gemaakt zijn om de (op)bouw van toren en kerk in beeld te brengen. Het brein achter deze 3D-modellen en visualisaties is Daan Claessen. Hij maakte daarbij vooral gebruik van het programma Autodesk Maya. Het resultaat mag er wezen: vele gedetailleerde afbeeldingen van diverse bouwfasen zijn aan de geschiedenis van de Dom toegevoegd.

Ook hier draait de verbeelding op volle toeren. De maker van de 3D-modellen werd daarbij geweldig geholpen door de beeld-kennis die in dit soort computerprogramma’s besloten ligt. Kennis over bijvoorbeeld de manier van arceren, het weergeven van vormen, perspectief en schaduwval.1 Desalniettemin dient de uitvoerder zelf over de nodige kennis, kunde en verbeelding te beschikken om ‘overtuigende’ plaatjes van deze modellen te kunnen produceren die geschikt zijn voor een boek voor een breed publiek.

Enerzijds gingen de auteurs bij deze reconstructie uit van feiten. Feiten zoals ze in de bronnen besloten liggen, in het archeologische bodemarchief of zoals ze nog steeds fysiek aanwezig zijn in de gebouwde omgeving. Zorgvuldig zijn bij het opbouwen van de 3D-modellen betekent alle (soms tegenstrijdige) gegevens gebruiken. Lovenswaardig is dat de auteurs zich ook op wetenschappelijke wijze hebben verantwoord. De onderbouwing van onder andere de 3D-reconstructies wordt achterin in het boek met de lezer gedeeld, waarbij het aantal noten gigantisch is: in totaal gaat het om bijna 1800stuks.

Anderzijds doen de auteurs niet krampachtig over het feit dat ze ook interpretaties hebben toegelaten in hun visualisaties. Hoewel die voorstellingen naar eigen zeggen onvermijdelijk meer het karakter hebben van impressies zijn ook die zo veel mogelijk op bronnen gebaseerd. 2 Een voorbeeld hiervan is de kleur van de gevels van de huizen in de omgeving van de Dom als deze in een ruimere geografische context wordt getoond.

Het voordeel van het gebruikte 3D-programma was dat de reconstructie zich naar een wiskundige, geometrische realiteit moest voegen: onderdelen konden niet simpel aan elkaar gemaakt worden maar moesten daadwerkelijk passen. Het paradoxale is echter dat deze methode zowel nieuwe kwesties, vragen en problemen opriep als een bijdrage leverde aan het bieden van interpretaties, antwoorden en oplossingen.

In feite gebeurt hierbij iets fascinerends: feitenonderzoek en verbeelding ontmoeten elkaar. Je kunt natuurlijk altijd beweren dat dit wetenschappelijk onzorgvuldig of zelfs onjuist is omdat het te speculatief is. Aan de andere kant kun je je afvragen waarin het verschil zit met interpretatie in de vorm van tekst. Een 3D-computer-visualisatie-programma blijkt eerder een mooi middel bij de analyse van de bouwhistorie, vergelijkbaar met wat wetenschappers normaal in tekst doen.

Of je nu sceptisch bent over het wetenschappelijke gehalte van deze methode of niet: het is een goede illustratie van het feit dat wetenschap niet zonder verbeelding kan. Historische 3D-reconstructies bevinden zich in dat opzicht op het snijvlak tussen feiten en interpretatie. Een fascinerende kans voor verder wetenschappelijk onderzoek met veel ruimte voor de verbeelding en hopelijk vruchtbare kruisbestuivingen.

Betekent dit dat 3D-programma’s alles zomaar kunnen visualiseren? Nee. Met name lijkt het lastig om een ‘oer-Hollandse lucht’ te creëren. Daarvoor paste Daan dan ook een truc toe: hij monteerde achter zijn visualisaties de lucht van het schilderij ‘De Maas bij Dordrecht’ (circa 1650) van Albert Cuyp. Een leuke vinding die zeker bijdraagt aan de sfeer die de reconstructies uitademen, of het nou precies klopt of niet.

In de eerste plaats is het boek natuurlijk een fantastische biografie en ode aan de Utrechtse Domtoren. Gezien de grote betekenis van de verbeelding, zowel in de analyse van haar historie als letterlijk door de talloze afbeeldingen, is het een logische stap dit boek op de site van de Stichting IVMV voor het voetlicht te brengen.

De Utrechtse Domtoren. Trots van de stad

René de Kam, Frans Kipp, Daan Claessen, Matrijs, 2014, € 39,95.

websites bouwdomtoren, three-dc.